vrijdag 24 september 2010

Is de coach in vorm?

Tekst gemaakt voor e-office:

Pieter van den Hoogenband heb ik eens horen vertellen, dat ten tijde van zijn Olympische finales in Sydney en Athene, zijn coach Jacco Verhaeren ook in topvorm was. Niet alleen mentaal was Jacco op en top, maar ook fysiek zorgde hij dat hij net als Pieter, op het moment suprême, de Olympische Spelen, zijn beste prestatie ooit zou neerzetten. Hij lag dan ook dagelijks in het water om in vorm te blijven en te komen. Een top fitte coach, naast een top fitte zwemmer betekent een zekere win-win situatie, een 1+1=3 verhouding. Gek eigenlijk dat ik in het bedrijfsleven veel zelfbenoemde topcoaches zie rondlopen met overwicht, zwaar rokend en tot over hun oren in het werk. Ik geef toe, in de sport, is het merendeel van de coaches ook niet bewust meer bezig met hun eigen vorm of peak performance, maar toch.

Het meest opvallende vind ik nog en ik maak me er zelf ook nog af en toe schuldig aan, is dat een coach een ander adviseert, maar zelf volledig het tegenovergestelde doet. Hoe kun je iemand coachen als je zelf niet het goede voorbeeld geeft. Ik vind dus dat een goede coach zijn eigen programma doorleeft moet hebben. Hij moet weten wat het is om die fouten te maken, die hij bij andere signaleert. Hij moet weten hoe het voelt om door een coach bekritiseerd te worden. Hij moet verlies hebben ervaren om het over winst te kunnen hebben. Kortom, een coach moet zelfkennis hebben, fysiek en mentaal in vorm zijn en zijn piekprestaties kunnen afstemmen, synchroniseren met de piekprestaties van zijn pupillen.

Hoe kun je dat doen? Ten eerste, maak tijd in je agenda vrij om zelf een aantal keer per week te sporten. Ten tweede, zorg ervoor dat je altijd wat ruimte in je agenda overhoudt om flexibel mee om te gaan en probeer tot slot richting een peak performance zelf ook wat te gaan ‘taperen’. Taperen is een sportterm die gebruikt wordt door sporters en sportcoaches voor de periode richting een wedstrijd. De tijd per training neemt in zo’n periode af, terwijl de intensiteit en de kwaliteit toeneemt. Veel korte explosieve trainingen, in plaats van vermoeiende lange duurtrainingen. Kortom sporters gaan langzaam herstellen, raken uitgerust en komen in vorm. Een coach kan hetzelfde doen door zijn agenda zo in te richten dat hij richting de belangrijke ‘wedstrijd’ of coachmeeting van zijn coachee(s), zelf ook uitgerust aan de start komt. Immers een frisse coach is vol energie, is creatief, zelf helemaal in balans en kan vanuit die basis zichzelf helemaal in dienst stellen van de ander.

Alleen als je handelt in lijn met wie je bent en wat je doet, als je je ego opzij zet in dienst van de ander, dan ben je de titel (top)coach waardig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten