dinsdag 22 februari 2011

Tel niet je uren, maar laat elk uur tellen



















 

Wees gerust, dit is niet het intro van een Tell-Sell-reclame of andersoortig reclamespotje dat pretendeert je leven nog aangenamer te maken, door minder te doen. Dit is ook geen motivatie speech voor mensen die de baas zijn tijd uitzitten op weg naar hun pensioen. Nee dit is serieus. Je kunt meer bereiken met minder. Door je steeds meer in je vak te bekwamen. Door je te focussen op de taak die voor je ligt.

Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Laten we drie alternatieven bekijken. Drie manieren om naar je werk te kijken:
1. De ‘meer doen’ manier: Gewoon meer taken in een 8-urige werkdag proppen.
2. De ‘meer doen met meer’ manier: Domweg in plaats van 8 uur, meer uur op een dag werken, zodat je meer kunt doen.
3. De ‘meer met minder’ manier: Slimmer werken

Wat betekent slimmer in dit verband. In de ‘meer doen’ manier ga je meer dingen doen in dezelfde tijd. Met ‘meer doen met meer’ ga je gewoon langer door en/of begin je eerder, zodat je simpelweg meer dingen kunt doen op een dag. Met ‘meer met minder’ zeg je eigenlijk: “Ik focus me volledig op de taak die voor me ligt. Ik ben geconcentreerd en laat me niet afleiden. Ik probeer de taak in de meest logische volgorde af te ronden en reflecteer constant op het proces om kansen te signaleren en bedreigingen buiten de deur te houden. Ik ben fysiek en mentaal volledig betrokken bij de taak die ik nu, op dit moment, uit aan het voeren ben.”

Dingen half doen duurt twee keer zo lang als in één keer goed. We weten dat het zo is, maar toch blijft het een valkuil. Het doel van topsport is het voorbereiden van atleten om tot een superprestatie te komen op het moment suprême: de wedstrijd. De doelstelling van een (non) profit organisatie is om met zo min mogelijk overheadkosten de primaire taken zo goed mogelijk uit te voeren voor de klant. Dit betekent in zo’n kort mogelijke tijd, de best mogelijke prestatie leveren. Of zoals de titel van deze blog: “Tel niet je uren, maar laat elk uur tellen”.
Puur en alleen maar meer doen is niet de oplossing. Meer doen in minder of dezelfde tijd is ook niet meer de oplossing. Minder doen, maar datgene dat je doet, doen met 100% aandacht, met totale synergie tussen lichaam en geest, met aandacht en passie, dat is het antwoord. Maar let op! Ik zeg hiermee niet dat je met minder werken gemakkelijker aan de top op jouw vakgebied komt. Het tegendeel is waar.

De meer met minder filosofie is moeilijker, uitdagender en nog veeleisender dan de ‘meer doen’ en ‘meer doen met meer’ manier. Dit komt door de mate van betrokkenheid die er van jou en je collega’s wordt gevraagd. Er bestaan namelijk geen ‘inkoppertjes’, makkelijke opdrachten, quick fixes of slordig uitgevoerde taken meer. Geen dromerige kilometers, geen onzinnige vergaderingen, geen overbodige handelingen en geen verloren lunchpauzes of privé internet zaakjes meer. Het gaat om efficiency, persoonlijke effectiviteit, oprechte interesse en plezier in je werk en het streven naar Meesterschap door betrokkenheid en totale toewijding.

Om een dergelijke manier van werken te realiseren is het zaak elkaar aan te spreken op verantwoordelijkheden. En om van elkaar, passie en betrokkenheid te verlangen. Het vraagt van managers, coaches en directieleden om werknemers te blijven aanspreken op hun verantwoordelijkheden, toewijding en vrijheden. Ik denk tot we weer toewerken naar een ‘gilde’ van vaklieden die trots zijn op hun werk en die elkaar constant aanjagen en uitdagen tot betere prestaties.

dinsdag 1 februari 2011


















Wees eerlijk, zet potentiele werknemers buiten spel! Niet op basis van een CV of een gesprek, maar op basis van hun fysiologische en psychologische ‘make up’. De uitdaging ligt in het achterhalen van het type ‘spiervezel’ van de werknemer. Heeft hij of zij Fast Twitch (FT) of Slow Twitch (ST) vezels. Ofwel is het een sprinter of juist een duurlul? In bedrijfstaal, is het een persoon voor de kortlopende projecten onder hoge druk, of juist iemand  met de lange adem, die perfect geschikt is voor een meerjarige overheidsklus?

De bekende atletiekgoeroe Henk Kraaijenhof zei het gisteravond treffend: “Met een Lada moet je geen Formule 1 race willen rijden, terwijl je met een Lamborghini niet het 4x4 terrein moet opzoeken. Daarnaast is het type persoon dat een Lada koopt, totaal verschillend van de typische Lamborghini koper. Vergelijk 100 meter sprinter Usain Bolt maar eens met oud-marathonloper Kamiel Maase of Bert van Vlaanderen.” Ze zijn fysiek, in gedrag, in uitstraling en in aanpak, compleet verschillende personen, terwijl hun CV bijvoorbeeld nagenoeg gelijk kan zijn.

Het Fast Twitch, Slow Twitch verhaal is niet zo zwart-wit als het lijkt. Zo bestaat er zover bekend niemand met 100% FT- of ST-vezels. Het is altijd een samenstelling van beiden, met vaak wel een voorkeur voor de ene of de andere vezel. Nu zijn werknemers natuurlijk niet te vergelijken met topsporters, maar waarom zou je de topsportaanpak niet kunnen gebruiken in je selectieproces? Bij sporters doen we een spierbiopsie of Bosco-jumptest om het spiervezeltype te bepalen. Waarom niet een hersenbiopsie als selectietool voor potentiele werknemers?

Het spiervezelverhaal is essentieel voor de begeleiding van topsporters. Een potentiele topsprinter moet je namelijk een ander trainingsregime voorschotelen dan een marathonloper. Logisch toch? In de praktijk wordt dit essentieel determineren van de fysiologische en psychologische grondeigenschappen nauwelijks gedaan. Te duur, teveel moeite, wist niet dat dat kon, etc. Bot gezegd, iedereen doet maar wat in de hoop op een toevalstreffer. En dit geldt zeker niet alleen voor de sport. Ook in het bedrijfsleven doet men vaak maar wat. Standaard sollicitatieformuliertjes, ondoordachte vacatureteksten, onduidelijke selectiecriteria, noem maar op. Ja, een psychologische test komt er soms nog wel aan te pas. Maar die meet meer het intellect en de logica van een persoon, dan de manier van werken en het gedrag. Op uitzonderingen na natuurlijk.

Moraal van het verhaal is dat we op zoek moeten gaan naar de werknemer achter het mooie praatje en achter de CV. Bepaalde eigenschappen zijn soms los te koppelen van een opleiding. Kijk eens kritisch naar je vacatureomschrijving. Wat voor type persoon past het beste bij een opdracht? Een sprinter of een duurlul? Pas je begeleiding en coaching traject ook aan op deze types. Probeer eens wat vaker met freelancers en zelfstandig ondernemers te werken voor bepaalde opdrachten. Deze hebben eigenschappen en natuurlijke vaardigheden die je bij een WO-opgeleide corporate werknemer niet altijd tegenkomt. Wees kritisch, ontwikkel testen en kies niet alleen op basis van gevoel, maar sluit met behulp van de wetenschap een aantal dingen uit. Alleen dan kun je een optimaal werk- en trainingsschema samenstellen waarbij de werknemer optimaal inzetbaar is en optimaal kan presteren.